zaterdag 17 oktober 2009

Ik was op een gegeven moment ‘de kampwout’. En ze gaan je dan vergeleken. Het is bij de kampers een wereldje van spierballentaal, het is intimideren en als het kan jou voor het kaartje spannen. Voor hun belang. Als je daar niet te nauw kijkt, dan kun je aardige vrienden blijven en gewoon je rondje lopen. Maar je bent politieagent, dat staat op je mouw van je bloes, dus moet je handhaven. Kijk, ze testen je ook altijd een keer uit. Ze kijken of jij de man bent, waarvan zij denken dat jij dat bent. Ze acteren. Ze kommen een keer, al is het maar voor een aanleiding van niks, ‘neussie aan neussie staan’ en zeggen: “joh, pottekijer. Wat loopie nou allemaal te kijken hier?”. Om gewoon eens te kijken; ga je nou knipperen met je ogen of ga je naar je schoenpunten kijken. Hoe reageert tie nou? Istie nou ‘de Billie’ of ‘de man’? Ze weten, de politie stuurt niet de eerste de beste. Die kampers denken als er eentje komt dan moet dat een sterk figuur zijn…die moet wat wezen.


Pofessionaliteit vanuit een 'blauw' perspectief op vakmanschap staat in mijn benadering in relatie tot handhaving en repressie. (Dominant)'blauwe politiemensen' zijn gericht op orde, gezag en controle in wijken. Zij zijn in hun aanpak vooral gericht op 'boeven vangen' en 'bekeuringen schrijven'; de kerntaken van de politie, waar de organisatie goed in is! Het is dan ook niet verwonderlijk dat veel politieverhalen van wijkagenten blauw gekleurd zijn.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten